Op het examen 2006-2007 heeft janssens dit gesteld als vraag over het theorie deel van prolog :
Geef een voorbeeld van een programma waar de betekenis van 'not' afwijkt
van de logische betekenis. Bewijs met behulp van een proof tree.
Ik weet wel hoe ge proof trees voorstelt en die zelf tekent, maar ik snap ni goe wa em dat eerste stuk bedoeld.
Geef een voorbeeld van een programma waar de betekenis van 'not' afwijkt
van de logische betekenis.
Kan iemand mij daar mee helpen ? daar prof. janssens toch vaak vragen uit vorige examen terugneemt zou ik dit wel willen kunnen oplossen