WINAK

Om dit halfdode subforum wat leven te geven. Kan er iemand (een) voorbeeld(en) geven waardoor je kan zien dat de uniforme, compact-open en puntsgewijze topologie verschillend zijn, dat was de voornaamste vraag die ik niet had op mijn examen analyse.

Later kan ik mij een goei topologie definiëren waarna ik mijn keuze zal kunnen verantwoorden. Mooi voor de moeite.

De antwoorden zijn (volgens Olivier, Louis en Ben)
voor het ene de hoedjesfuncties en voor het andere de streepjesfuncties. Later zal ik daar wel eens tegoei bij nadenken, maar ik heb al zo'n idee waar het aan ligt.