beste sara,
ik dacht, mss is het handig dat ik even de vrage van de theorie van lineaire afbeelding meldt. heel exact weet ik ze niet meer en ook niet of dit ze allemaal zijn.
1) over verzamelingen
g na f is bijectief, maar f en g mogen zelf niet bijectief zijn. zoek 2 voorbeelden voor f en g
2) formuleer en bewijs de uitbreidingsstelling.
da zo van da ge een L O deel kunt uitbreiden tot een basis.
3) V/W :
wat is dit voor verzealmeling?
bewerkingen?
welgedifinieerd?
4) zij f een lineaire afbeelding van R^n naar R^m . dan bestaat er een matrix A zodat f=Fa
Fa gaat ook van R^n naar R^m en beeld een element x af op A.x
bewijs dit
5) even voor de duidelijk heid als ik in de volgende vraag c(i) schrijf, dan bedoel ik c met index i, dit geldt voor alle dinge tussen haakjes hier.
dus de vraag:
zij f van V naar V
C(i) de eigen vectoren van f , allemaal verschillend
v(i) is een element van V(c(i)) voor i= 1...t
bewijs dat {v(1)...v(t)} lineair onafhankelijk is