weet iemand al meer over die equipotentiaalopp. bij 2.4.3 vgl 2.147
voor amy:
ge kunt ten eerste iets zeggen over de Fourier reeks en oplossingen van een Sturm Liouville probleem die dus een ONB vormen voor L² ruimtes over eindige intervallen en dat de basisfuncties van de klassieke Fourierreeksen oplossingen zijn van SL problemen, nl de harmonische vgl. met p = 1 en q = 0; eigenlijk was Fourier eerst en SL is een soort van veralgemening van reeksontwikkeling in L² over eindige intervallen
dan verder naar de Fouriergetransformeerde:
van L² over eindige naar L² over R
het feit dat we de Fouriergetransformeerde kunnen gebruiken in L²(R) is omwille van de stelling van Plancherel die zegt dat die dingen in L² convergeren (soort convergentiestelling van Fourier in L² zonder enige andere voorwaarden, enkel dat f in L² zit) en dat de transformatie unitair(behoud van L² norm) is, dus een isometrie. Fysisch is dat eigenlijk behoud van energie/waarschijnlijkheid etc in 2 verschillende representaties. Dat staat los van de puntsgewijze conv. in de Fourier convergentiestelling.
Parseval ga trouwens over de unitariteit van de Fourier reeks (analyse 3).