Op die slide met de definietie dtaat dat een set van attributen een superkey is als hij enkel voldoet aan de eerste voorwaarde van een key (dwz A1A2A3 -> alle adere attributen van R element van F+).
Ik leid hier uit af dat een key geen superkey is aangezien deze niet enkel aan de eerste maar ook aan de tweede voorwaarde voldoet (er is geen echte subset die een key is)
Weet iemand nu hoe het eigenlijk zit?