Bij vraag 3 moet je gewoon die twee functies tekenen en de oppervlakter ertussen berekenenShinta wrote:12.9 : 4 7 9 13 21 27 37
12.10 : 6 28 52 60
Seg keb die tuyaux vant winak van vorig jaar gezienhe, enals die da vraagt zenkik der eenvoudig door ze, enkel bij de augustus examen vraag 3 snapte ik niet.
En bij de laatste vraag da laatste puntje moete tog gewoon bewijze dattie rij ni na nul convergeerthe ??
Als er ergens staat y-x <= 0 dan wilt dat zeggen dat alles onder de rechte y=x erbij hoort. Je kan dat eenvoudig checken door een willekeurig punt vb. (1, 0) in te vullen en dan krijg je (0 - (1) ) <= 0, en dus hoort het punt bij de vergelijking. Als je dan weer (-1,0) invult dan ziet ge dat het niet bij de vergelijking hoort.
Als ge da bij die twee ongelijkheden doet, dan krijgt ge twee gebieden, de doorsnede van die twee gebieden, daar moet je de oppervlakte van berekenen
Hoe deed gij 4 en 5a van Juni 2005?